Verankering hulpstukken

Vorsten

In overeenstemming met NPR 6708 moet u vorsten altijd mechanisch bevestigen met minimaal 800 N/m1. Verankert u vorsten met de Euro-vorsthaak, vastgezet op de ruiter met de (voorgemonteerde) schroef, dan voldoet u aan deze eis. Voor de hoogte van de ruiter en de plaats van de bovenste panlat, zie de technische documentatie per dakpanmodel. De ruiter en de bovenste panlat bevestigt u met de Universele nokbeugel, deelbaar. HV vorst, Hoekige vorst of Platte vorsten verankert u met de RVS torxschroef & neopreen-volgring 5,0 x 70 mm.

Hoekkepervorsten

Vorsten in combinatie met Metalroll of Universele ruiterrol Optivent verankert u altijd met de Euro-vorsthaak, vastgezet op de ruiter met de (voorgemonteerde) schroef. HV vorst, Hoekige vorst of Platte vorsten verankert u met de RVS torxschroef & neopreen-volgring 5,0 x 70 mm. Kleine gezaagde stukken dakpan vermijdt u door tussenvoegen van halve of dubbele dakpannen. Gezaagde dakpannen bevestigt u mechanisch met de Euro-hoekkeperklem met schroef. Hiermee voldoet u aan de eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Chaperonpannen

Chaperonpannen verankert u altijd met een (Euro-) panhaak in de zijsluiting en een RVS torxschroef & neopreen-volgring van voldoende lengte in de flap. Bij toepassing boven de 50° past u een extra roestvaste schroef (met gekleurde kop) & neopreen ring toe in het dal van de dakpan in het vooraanzicht. Deze verankering voldoet aan de eis van de BRL 1513. Chaperonpannen zijn voorzien van een schroefgat.

Gevelpannen

Gevelpannen verankert u altijd met RVS torxschroeven & neopreen-volgring 5,0 x 40 mm voor betongevelpannen en 5,0 x 50 mm voor keramische gevelpannen (bij De Nieuwe Hollander-V gevelpannen RVS torxschroeven & neopreen-volgring 5,0 x 70 mm). Onze gevelpannen zijn voorzien van schroefgaten. Rechtergevelpannen zet u bovendien vast met een (Euro-)panhaak. De dakpannen naast de linkergevelpannen verankert u altijd met een Euro-panhaak. Deze verankering voldoet aan de eisen van de BRL 1513.

Knikpannen

Knikpannen verankert u altijd met een (Euro-) panhaak in de zijsluiting én een RVS torxschroef & neopreen-volgring van voldoende lengte in de kopsluiting. Deze verankering voldoet aan de eis van de BRL 1513.

Broekstuk en piron

Broekstukken moeten bevestigd worden met de bestemde vorsthaken of mechanisch bevestigd worden. Bij broekstukken met een ondersluiting kan het broekstuk direct mechanisch bevestigd worden in de sluiting met een bijpassende vorsthaak en/of RVS torxschroef & neopreen-volgring 70 mm. Een universeel broekstuk moet tussen de vooraf op afstand uitgezette panhaken geklemd worden of mechanisch bevestigd op de ruiter met een RVS torxschroef & neopreen-volgring 70 mm. Gaten moeten worden voorgeboord. Op het broekstuk of de ruiter moet een piron worden bevestigd. Afhankelijk van het piron wordt een specifiek anker geleverd voor de bovengenoemde bevestiging.

Kilkepers

Kleine stukken dakpan bij kilkepers moet u zoveel mogelijk voorkomen door het gebruik van halve pannen of dubbele pannen, vooral aan de linkerzijde van de kilgoot. Gezaagde dakpannen bevestigt u met RVS torxschroeven & neopreen-volgring.

Dakramen

Rondom dakramen verankert u de dakpannen over minimaal één rij met RVS torxschroeven & neopreen-volgring of (Euro-)panhaken.

Woningscheidende wand

De strook boven een woningscheidende wand waar minerale wol tussen de panlatten is aangebracht voor luchtgeluidsisolatie, verankert u altijd dambordsgewijs met (Euro-) panhaken over de totale breedte van de minerale wol.

Verholen goot

De rij dakpannen aansluitend op een verholen goot verankert u met RVS torxschroeven & neopreen-volgring.

Onderste rij dakpannen

Als de onderste rij dakpannen niet verankerd kan worden, bijvoorbeeld bij onze Vogelvide of Ventilerende panlat, dan moet de tweede pannenrij vanaf de goot volledig worden verankerd.